Markiezin Arconati Visconti
Voel de hartslag van wat was...Markiezin Arconati Visconti
100 jarig overlijdenEen eeuw geleden, op 3 mei 1923 om precies te zijn, overleed de laatste markiezin van Gaasbeek. Deze vrouw gaf het kasteel zijn romantische restyling aan het einde van de negentiende eeuw en richtte het kasteel in als museum voor haar enorme kunstcollectie. De droomburcht die toen ontstond, heeft ook nu iets van een tijdsmachine. De geest van Marie dwaalt altijd door de gangen en kamers van het kasteel, maar dit jaar net dat tikkeltje meer…
Societyfiguur, politiek uitgesproken, passioneel, speels met genderrollen en -normen. Maar ook: melancholisch, nostalgisch, escapistisch. Marie Peyrat was het allemaal. Geboren in 1840 in Parijs was ze de dochter van Alphonse Peyrat, een antiklerikaal intellectueel en radicale liberaal zoals ze in de negentiende eeuw overal te vinden waren in het politiek explosieve Frankrijk. Hij was een revolutionair van twaalf stielen en dertien ongelukken maar met een scherpe pen, die begon als journalist en eindigde als senator. Hij stak zijn dochter in die periode wel aan met een politieke microbe die haar nooit meer verliet.
Ook had hij contacten in Italiaanse liberale politieke kringen. Het hoe en wanneer is niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk leerde Marie zo de adellijke Giammartino Arconati Visconti kennen. Hij was de zoon – en een enfant terrible - van het bekende Italiaanse adellijke koppel Giuseppe en Costanza Arconati Visconti, veteranen van de onafhankelijkheidsstrijd van Italië. Giammartino en Marie trouwden, maar pas in 1873, na het overlijden van Giammartino’s ouders. Blikken die de verbondenheid tussen het adellijke geslacht en een ‘simpele’ vrouw uit Parijs afkeurden, gingen ze zo deskundig uit de weg. Vanaf nu mocht Marie zich markiezin Arconati Visconti noemen.
Maar het ‘sprookje’ was niet van lange duur. Drie jaar later overleed Giammartino op jonge leeftijd aan een ziekte, waarschijnlijk opgedaan op één van zijn vele exotische reizen. Zijn dood liet de markiezin achter in het weduwekleed. De vele bezittingen van de aristocratische familie, waaronder het Kasteel van Gaasbeek, kwamen nu haar toe. Het kasteel hadden de Arconati Visconti’s niet meer betreden sinds hun andere zoon, Carletto, er in 1839 eveneens op tragisch jonge leeftijd was overleden aan tyfus. De burcht lag er dus wat vervallen bij, tussen de glooien van het Pajottenland, het zogenaamde Toscane van de Lage Landen.
De markiezin vestigde zich in een appartement in Parijs, in de Rue Barbet-de-Jouy, en werd daar een belangrijke spil in het Franse politieke web van het fin-de-siècle. Zo was ze bevriend met bekende republikeinen als Léon Gambetta en andere progressievelingen zoals de socialisten Jean Jaurès en Léon Blum. Het leverde haar in Frankrijk de bijnaam ‘de rode markiezin’ op. Haar salon was een gekende verzamelplek tijdens dé politieke rel van haar tijd: de Dreyfusafaire. De Joodse kapitein Alfred Dreyfus werd valselijk beschuldigd van verraad, wat tot oplopende emoties en veel polemiek leidde. Frankrijk stond onder hoogspanning. De markiezin steunde kapitein Dreyfus doorheen de hele zaak, die rustte op antisemitische laster. Zonder zelf in de actieve politiek te stappen, kon Marie zich zo een activistische én intellectuele rol aanmeten die als vrouw in de negentiende eeuw niet evident was.
Terug naar het verleden
Dat was ook het geval voor Marie, al verkoos zij haar podium binnenshuis: in Parijs, in haar salon, met haar gasten als publiek. Maar ook in het Kasteel van Gaasbeek, waar de markiezin kwam uitblazen van het politieke en culturele geweld in de Franse hoofdstad. Het kasteel liet zij vanaf 1889 restaureren door de Brusselse architect Charle-Albert. Hij moest voor de markiezin, die een romantische passie had voor alles wat met geschiedenis te maken had, een plek verwezenlijken waar ze kon ontsnappen. Een plek waar ze het verleden kon ensceneren, waar ze even niet in het hier en nu kon zijn. Het kasteel moest zowel van binnen als van buiten de illusie van ‘verledenheid’ oproepen. Binnenin ontstonden stijlkamers, het meubilair werd zorgvuldig uitgekozen om een bepaalde episode uit ons verleden op te roepen. Het kasteel werd haar historische decor.
Tijdsmachine
Stap per stap werd het Kasteel van Gaasbeek zo rond 1900 het podium waar Marie haar eigen mise-en-scène van het verleden vormgaf tot in het kleinste detail. Haar theaterstuk was dat van de renaissance, met een vleugje gotiek, een zorgvuldige reconstructie op maat van de markiezin. De muren en kamers roepen het verleden op, eerder dan dat ze zelf oud zijn. Hun leeftijd bedriegt, en ze zetten tot op de dag van vandaag bezoekers op het verkeerde been. In Gaasbeek kon de markiezin het door haar als vulgair ervaren heden afwerpen en voluit stappen in de mise-en-scène van het verleden. Zij gaf het kasteel het romantische uiterlijk dat het nu nog altijd heeft.
"Le présent me dégoûte et le futur me fait peur."
- Markiezin Arconati Visconti
De excentrieke markiezin trad ook op in haar zelfgeschapen decor, voor de selecte maar trouwe schare bewonderaars en vrienden die haar kwamen opzoeken in Gaasbeek. Om hen te onthalen aan de monumentale toegangspoort kleedde Marie zich soms op als page, een mannelijk personage uit een lang vervlogen verleden. Ze liet zich zo, gehuld in een pagepakje, ook nauwkeurig vastleggen op foto. We zien haar nostalgisch mijmeren aan het raam of poserend aan de deuren van haar splinternieuw en tegelijk eeuwenoud kasteel. Marie stoorde zich daarbij blijkbaar niet aan de paradox dat ze het meest moderne snufje van haar tijd – de fotocamera – gebruikte om haar nostalgie, haar désir naar het geromantiseerde verleden, vast te leggen.
De erfenis
De ontstaansgeschiedenis van Gaasbeek roept ook de vraag op wat voor museum markiezin Arconati Visconti voor ogen had toen ze het in 1921 aan de Belgische staat schonk. Wilde ze als overtuigd liberaal aan een soort volksverheffing doen en de grote massa laten delen in de inzichten uit de kunsten en de wetenschappen die ze zo gul sponsorde? Of wilde ze die massa juist laten delen in de luxe van het escapisme dat Gaasbeek bood? Wilde ze ons eveneens laten wegdromen en verdwalen in het verleden, de tijd en de hectiek van het alledaagse eventjes doen vergeten? Wilde ze simpelweg niet vergeten worden? Of lopen ratio en emotie meer in elkaar over dan wij vaak willen toegeven? In ieder geval, de rêve van Marie blijft ons ook nu nog goedwillig soezen.